Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Jezus nu, ziende [Zijn] moeder, en den discipel, [43]dien Hij liefhad, daarbij staande, zeide tot Zijn moeder: Vrouw, zie, [44]uw zoon. 43. Dat is, Johannes, die zichzelven alzo placht te beschrijven, gelijk blijkt hfdst.13 vs.23, vergelijk met hfdst.21 vs.20,24. 44. Dat is, deze zal u zijn als een zoon, om voor u zorg te dragen en u bij te staan.